Schouder- en armklachten

De arm is een verlengde van de schouder die op zijn beurt weer verbinding heeft met de nek. Klachten aan de nek, schouder en arm hangen vaak met elkaar samen.

Schouderpijn

Schouderpijn schouderklachten bursitis armpijn tenniselleboog golferselleboog

Als de schouder beweegt, bewegen er veel andere delen van het lichaam mee: bij het heffen van de arm bijvoorbeeld moet de nek en de bovenrug een beetje strekken en draait het schouderblad tegelijkertijd mee. Bij problemen met de schouder is het dan ook bijna vanzelfsprekend dat ook andere gewrichten een rol kunnen spelen. Bij het onderzoek en de behandeling worden de nek en bovenrug, het schouderblad en de schouder zelf natuurlijk nagekeken en behandeld wanneer nodig.
Een behandeling kan bestaan uit het losmaken van de gewrichten (mobiliseren of manipuleren). Met het losmaken van bindweefsel (fascietherapie) worden de spieren soepeler en ‘geactiveerder’. Dat laatste betekent dat de spier beter en op het juiste moment kan aanspannen. De zogenaamde ‘knopen’ in spieren worden met deze fascietherapie ook aangepakt. Die knopen in spieren zijn eigenlijk kleine stukjes spier die in de kramp staan. Dat kan pijn doen maar soms merk je daar ook helemaal niets van (tot iemand op zo’n knoop duwt, dan doet het meestal wel even pijn).

Armpijn

De arm en schouder zijn letterlijk nauw verbonden met elkaar. Schouderpijn en nekpijn stralen vaak uit naar de arm. Dat komt bijvoorbeeld door de hiervoor genoemde spierknopen die actief zijn geworden. Het kan ook zijn dat armpijn ontstaat door een zenuw die tijdelijk niet helemaal de ruimte heeft. De behandeling is er natuurlijk op gericht weer ruimte te maken voor de zenuw. Dat kan met behulp van het losmaken van het omliggende bindweefsel. Het kan ook zijn dat er in de nek ruimte gemaakt moet worden. De aangewezen methode hierbij is de manuele therapie volgens McKenzie. Deze is kan effectief zijn bij bijvoorbeeld nekhernia’s maar ook bij hernia’s in de lage rug. (Hernia’s in de borstwervelkolom komen heel weinig voor). Bij een hernia neemt de schijf tussen twee aangrenzende wervels te veel ruimte in en drukt deze op een zenuw. Met de therapie volgens McKenzie kan de wervel weer als het ware terug geduwd worden.

Tenniselleboog en golferselleboog
Andere veel voorkomende voorbeelden van armpijn zijn de tenniselleboog en de golferselleboog.
Een tenniselleboog is een ontsteking of irritatie aan de aanhechting van de pezen aan de buitenkant van de elleboog. De medische benaming voor een tenniselleboog is epicondylitis lateralis.
Een golferselleboog is een ontsteking of irritatie ter hoogte van de aanhechting van de pezen aan de binnenkant van de elleboog. De medische benaming voor een golferselleboog is epicondylitis medialis. De behandeling van deze klachten is weer gericht op de relevante gewrichten, in dit geval de elleboog door middel van manuele therapie. De behandelingstechnieken uit de manuele therapie volgens Mulligan is hier heel effectief.

RSI en muisarm
Een andere klacht die een aantal jaar geleden veel in de belangstelling stond is RSI of, zoals de klacht nu heet KANS. RSI staat voor Repetitive Strain Injury wat zoveel betekent als een blessure ten gevolge van (te veel) herhaalde belasting. Omdat het niet altijd bleek te gaan om herhaalde belasting en het woord injury misschien angst gaf bij patiënten is de term vervangen door de algemenere term  KANS: Klachten aan de Arm, Nek en Schouder. De klachten zijn al zo oud als het handschrift. Ook klerken in vroegere tijden kregen deze klachten wanneer zij lang achtereen moesten schrijven (in dit geval waarschijnlijk met een ganzenveer en inkt). De klachten komen nog steeds voor bij mensen die langdurig met het toetsenbord en muis moeten werken. Stress en werkdruk zijn niet bevorderend voor deze klachten.